„Kom eens hier/' zegt zijn moeder wanneer
Otto
met zijn tas op zijn rug al bij de voordeur staat om
naar school te gaan. „Eventjes hoor/' mompelt
ze.
Otto heeft het net te laat in de gaten. Hij
pro-
beert nog weg te draaien, maar ze houdt hem met
één hand onder zijn kin vast en poetst met de
andere iets weg op zijn wang. Met spuug. Dan
laat ze hem los. „Zo ben je weer mooi," knikt ze.
Otto gaat zo snel mogelijk bij haar vandaan.
Op
zijn wang ruikt hij eerst iets zoetigs, van lippen-
stift, en dan iets heel smerigs. Moederspuug.
Met de mouw van zijn jas veegt hij tot het
pijn
begint te doen, maar je kan het nog steeds ruiken.
Op school zal iedereen het merken.
„Tot vanmiddag lieverd," zegt zijn moeder.
„Hmmm," gromt Otto. Maar ze kijkt zo
vriende-
lijk terug dat hij toch maar zegt: „Tot vanmiddag,"
en haar de kus geeft waar ze om vraagt.
Onderweg denkt hij diep na over de
beste
manier om aan geld te komen. Bij zijn vader
werken misschien. Die heeft een magazijn waar
je met een karretje doorheen moet rijden, zo
groot. Hij heeft er wel eens eerder gewerkt toen
het heel druk was. Etiketten met adressen plak-
ken op de pakketten die klaarstonden om naar de
winkels gestuurd te worden. Hij had het niet
lang
volgehouden want het was vreselijk saai werk,
maar hij had wel vijf gulden gekregen.
Knap weinig trouwens. Misschien kan hij
daar
nog wat bij vragen, van toen. Nou ja, misschien
ook beter niet. Zijn vader had nog weken gemop-
perd omdat er een paar etiketten verkeerd geplakt
waren.
Sparen gaat ook al niet, dat duurt veel te lang.
Otto gaat de hoek om en staat weer voor de
eta-
lage van de muziekwinkel. Zijn bandje ligt nu
zelfs vlak achter de ruit, met een bordje erbij 'Aan-
bieding - Slechts ƒ 19,95!'
Otto blijft strak naar het bandje van
Raymond
kijken. Hij lacht naar hem, met zijn scheve tan-
den. Wanneer de meneer van de winkel nu open-
doet, denkt hij misschien dat Otto hier de hele